Nieuwe behandeling trombosebeen
Een nieuwe behandeling van trombosebenen zorgt er voor dat niet alleen recent, maar ook bestaand, ouder stolsel uit de aderen wordt verwijderd. Dat stelt het Dutch College of Phlebology, een organisatie die zich inzet voor het belang van patiënten met aderproblemen.
De nieuwe behandeling heet kathetergeleide trombolyse en bestaat uit het via een katheter direct inbrengen van stolseloplossende middelen in het been. Door de nieuwe behandeling verdwijnen de klachten van de patiënt meteen. Bovendien neemt de kans op chronische klachten door de trombose (een zogenoemd post-trombotisch syndroom) af, net als de kans op terugkerende stolsels in de aderen.
Het trombosebeen komt in Nederland ongeveer 20.000 maal per jaar voor en wordt normaal gesproken behandeld met bloedverdunners, steunkousen en mobilisatie. Deze standaard-behandeling voorkomt dat bloedproppen naar de longen schieten. Deze behandeling leidt er volgens de onderzoekers toe dat Nederland meer dan 100.000 patiënten met een post-trombotisch syndroom telt. Jaarlijks slokt dit ongeveer 1 procent van de nationale gezondheidszorgkosten op (800 miljoen euro).
"De nieuwe behandeling kan naast een afname van de ernstige late gevolgen van een trombosebeen voor de individuele patiënt dus ook een enorme kostenbesparing bewerkstelligen", aldus vaatchirurg prof. dr. Cees Wittens van het Maastricht UMC+, tevens voorzitter van het Dutch College of Phlebology.